Als je het centrum van Straelen van bovenaf zou zien zou je een stervorm waarnemen. Het centrale marktplein en de enigzins afgelegen liggende parochiekerk zijn kenmerkend voor het gotische stadstype. Het stadje Goch lijkt erop.
Het is een bloemenstad. Overal waar je kijkt hangen bloemen aan lantaarnpalen en staan er bakken met bloemen in de straat. Wie geeft die bloemen allemaal water?
Van verre konden we de toren van de St. Petrus en Paulus kerk al zien.
Bij binnenkomst van de driebeukige hallenkerk valt vooral het oostelijk deel op, dat na een brand in de 16e eeuw veel hoger werd herbouwd. Omdat de beeldenstorm de kerk bespaard is gebleven, is hij van binnen rijk ingericht. Het oudste kunstwerk is het Romaanse doopvont uit Namens blauwsteen, die van de eerdere kerk uit 1200 stamt.
We komen allerlei discipelen tegen bevestigd op de pilaren in de kerk, waaronder Jacobus.
Zeer bijzonder zijn de koorbanken uit 1503. In omhoog geklapte toestand dienden zij de koorheren tijdens langdurige gezangen als onopvallende zitsteun. Ze worden daarom ook wel misericorden (medelijden) genoemd. Aan de onderkant zijn ze met dieren en fabelwezens versierd. Op de leuningen zien we duivelse figuren, waarvan sommige door vrome heren worden overmeesterd.
Aan de zijkant van de kerk, op het kerkplein is op de grond een Pelgrimsschelp afgebeeld.
Al het onze met ons dragend.
Alles, was ich besitze, trage ich bei mir.
Je porte tous mes biens avec moi.
Omnia nostra nobiscum portantes.
(Een gedeelte van bovenstaande tekst komt uit het wandelboekje Jacobspad Deel 3 Rijn en Maas.)