Het is vandaag weer zover. Mijn moeder en ik gaan een weekje pelgrimeren. We zijn vorig jaar Augustus ge-eindigd in Susteren (zie Jacobspad Limburg) en vandaar uit gaan we weer op pad.
Gek idee dat we vanavond slapen bij de nonnen in Sittard.
Prachtig idee dat we deze week Nederland uit lopen. We hebben dan heel Nederland volbracht. Voor mij persoonlijk een hele prestatie doordat mijn gezondheid me soms zo dwars zit. Maar…..het is nog niet zover. Wie weet wat er nog allemaal ten positieve of negatieve gebeurd.
Hou dus de instagramfoto’s hiernaast in de gaten. Of ga me volgen via IG op wandelenenmeer. Daar post ik elke dag wel wat op. De dagen worden zoals jullie van me gewend zijn later 1 voor 1 uitgewerkt op het blog.
We zijn in Thorn aangekomen. Mijn moeder en ik hadden er hoge verwachtingen van. Alle huizen zouden witgekalkt zijn. En dat was ook zo. Mooi! We halen bij de Abdijkerk een stempel in onze credential. We moeten betalen om de kerk te kunnen bekijken en dat doen we niet. We gaan op zoek naar een bakkerij om nog een lekker stuk Limburgse vlaai naar binnen te werken. We lopen straks België in en dat is toch anders taart eten.
Daarna lopen we Thorn uit, maar helemaal aan de verkeerde kant. Niet goed opgelet. Gewoon recht zo die gaat en dat blijkt dan helemaal niet goed te zijn. Op het juiste pad komen we aan onze rechterhand het Jacobskapelletje van Thorn tegen. Een lief kapelletje. We waren in de veronderstelling dat we hier ook nog een stempel konden halen, maar die stempel ligt dus in de Abdijkerk.
En wie staat daar opeens achter ons. Juist Pelgrim Jan! We gaan het laatste stuk naar Maaseik samen lopen. Mijn moeder voorop. Jan in het midden en ik achteraan (slakje).
We passeren de dorpen Kessenich, Geistingen, Ophoven over verschillende wegen. Na Ophoven lopen we naar de Maasdijk. Even rusten aan de oever van de Maas. Daarna een prachtig stukje wandelen langs de Maas. Hier is de ene helft van de Maas Belgisch grondgebied en de andere helft Nederlands grondgebied. Er staan mooie houten chalets aan het water. Vooral recreatief te huur.
Via Aldeneik komen we uit op het marktplein van Maaseik. Mijn darmen protesteerden weer hevig onderweg dus ik ben voorzichtig met wat ik vandaag kan eten. We kiezen voor een pannenkoek bij de “pannekoekenbakker”.
Jan eet gezellig met ons mee. We zijn ontzettend blij dat we er zijn. De schoenen gaan uit. Wat een zalig gevoel om uit die warme schoen te zijn. Jan heeft nog het plan door te lopen naar Susteren zo’n 8 km verderop. Dit lijkt ons niet verstandig. Hij moet daarna ook nog met de trein weer naar huis. Hij belt even met ons adres van vrienden op de fiets in Maaseik. B&B Carpe Diem. http://www.bb-carpediem.be
Mw. Aben maakt nog een 1 persoonskamer klaar. Na 20 uur gaan we op pad richting de B&B. Dat is nog een half uurtje lopen. We kunnen het niet echt vinden. We komen een mevrouw tegen die met haar kleindochter nog een blokje om aan het fietsen is. De temperatuur is nog steeds de moeite waard. Zo’n 25 graden. De kleindochter had tegen oma gezegd. “u kunt het me toch niet aandoen om nu al op bed te gaan in dit warme weer.” Oma vond dat haar kleindochter wel gelijk had. Dat was ons geluk want ze zijn met ons op zoektocht gegaan. Ons overnachtingsadres lag in een rustige, typisch Belgische woonwijk. Wat een vriendelijke gastvrouw. Alles goed geregeld. Een fantastische douche met meerdere functies. Echt bedoeld voor de uitgeputte wandelaar. We moesten erg lachen want ze liet de kamerinvulling aan ons over. Met andere woorden bij wie sliep Jan vannacht. Ik kan je verklappen, Jan sliep mooi alleen. 🙂
Cap Blanc-Nez is een kaap aan het kanaal bij de Franse gemeente Escalles in het departement Pas-de-Calais. Haar top ligt 134 meter boven de zeespiegel. Je kan de kaap bezoeken vanaf de parking bovenop de kaap. Er is echter ook een wandelpad van en naar het strand.
Blanc-Nez wordt letterlijk vertaald als “witte nes”. Een nes is een landtong.
Bovenop de kaap staat “een naald”. Een herdenkingsmonument voor de Dover Patrol. Aan de andere kant in Engeland schijnt er ook 1 te staan. De Dover Patrol, was een project dat tijdens de eerste wereldoorlog gezamenlijk werd opgezet door Frankrijk en Engeland. Het doel was om de vrije doorgang van de scheepvaart in het Kanaal te vrijwaren. Tijdens de oorlog was deze bedreigd omdat Duitse troepen de Belgische havens Oostende en Zeebrugge hadden veroverd. De Dover Patrol had basis in Dover en Duinkerken. Een van de meest spectaculaire acties was een poging om de havengeul van Zeebrugge te blokkeren door er 2 schepen te laten zinken. (Informatie gevonden via Wikipedia en wandelenlangskusten.eu.)
Het is een indrukwekkende plek. Je kijkt zo hoog overal overheen en naartoe.
Tijdens onze wandeling naar boven kwam ik bewegwijzering tegen van de via Francigena. De Via Francigena is de middeleeuwse weg die het Engelse Canterbury verbind met Rome. Ik zag in de verte 2 pelgrims lopen. Wacht op mij…mag ik ook mee?
Mijn moeder is om 9 uur bij me. Ik verdeel nog even wat taken onder de kinderen en dan brengt mijn man ons naar Halfweg. Rond De Wijk zie ik al weer ooievaars op het land en in de lucht. Bij Café Het vergulde Ros staat al vlot de eigenaar buiten. We mochten hier niet parkeren. Hij kreeg vandaag nog veel bezoekers! Gelukkig zette mijn man ons af en ging daarna weer op huis aan.
Vanuit Halfweg vervolgen wij onze route van Februari via de nieuwe route van het Jacobspad door de boswachterij van Staphorst. In het bos eten we bij een picknicktafel een broodje en daarna begon het te regenen. Bij RUST-punt De boswachter dachten we een bakkie te kunnen doen, maar helaas niet open. Vanuit dit pand werkten jaren de boswachters. Er scharrelden in alle vrijheid kippies rond met een haan.
Hierna begon een saaie wandeling, niet echt opgefleurd door de regen en er was geen spreekwoordelijke hond te bekennen. Ook een bankje liet errug lang op zich wachten. Op een verhoogd “iets” in de berm aan de spoorbaan weer wat gegeten. Af en toe komt er een trein voorbij en in de verte zien we Hotel De Koperen Hoogte (van Hennie van der Most) liggen. Een voormalig watertoren. Mam en ik hebben er eens koffie gedaan op de terugweg vanuit een weekendje klooster. Na alle soberheid van dat weekend, kregen we toen een cultuurshock. We konden niet eens met contant geld betalen, maar moesten toen eerst een soort van kaart regelen.
In het lange dorp Rouveen vallen ons de blauw geschilderde melkbusrekken op. Die hadden we ook al rondom Staphorst gezien. We zien op 1 perceel meerdere boerderijen achter elkaar.
Vroeger was het traditie dat de kinderen een boerderij achter de ouders bouwden. Zo ontstonden die meerdere boerderijen. Door ruimtegebrek wordt dit tegenwoordig niet meer gedaan. Via de Korte Kerkweg komen we op de Stadsweg terecht. Deze laatste is lang. Op een rooster (bij gebrek aan bank) even bijgekomen. Ik ga na mandarijnen en zoute stengels te hebben gegeten even lekker liggen. Het grappige is dat ik vorige week dat rooster ook weer herkende en dat lange stuk langs de poldersloot. We steken een drukke weg over en we gaan dan aan de overkant van het Zwarte Water richting Hasselt. Tegenover de kalkovens komen we een kleine begraafplaats tegen. Het hek is los. Op de begraafplaat zag ik een vogeldrinkbak als gedenksteen. Ik vond dat heel bijzonder. De foto’s hiervan gemaakt zijn niet goed gelukt. Vorige week dacht ik een nieuwe kans te krijgen, maar de poort zat op slot.
Bij café de Zon koffie gedronken en we snacken bij de snackbar. Daarna gingen we naar ons slaapadres via Vrienden op de fiets.
Om 19 uur wilde ik graag naar de kerkdienst in de grote of Sint-Stephanuskerk. Daar bewonderden we na de dienst een prachtig orgel en een mooie muurschildering van Sint Christophorus, de beschermheilige van de reizigers. Veel dames met hoedjes in de dienst.
Terug op ons slaapadres, lekker douchen en toen gaf ik mijn moeder en mezelf een kadootje. Een kleine verzilverde Jacobsschelp voor aan de rugzak. Het 1e Jacobspad Uithuizen – Hasselt helemaal uitgelopen. Een lengte van 208,5 km samen gedaan! Ik ben trots. Nadat we elkaar in bed op de foto hebben gezet en heel toepasselijk….”de Pelgrimskachel” viel ik al snel in slaap.
Mam was op een gegeven moment in haar slaap wat onrustig over de kerkklok. Ze dacht dat het een klok was van onze gastvrouw. “Waarom zet ze die niet uit!” 🙂 Je geest doet toch rare dingen als je slaapt. Het leek een beetje op wat er gebeurde in Dwingeloo. Ze droomde dat ze wat hoorde hinniken en ze dacht dat het appjes waren op mijn nieuwe smartphone. Het bleek een paard te zijn. We moesten lachen, maar midden in de nacht natuurlijk nog klaarwakker. En dan knort het maagje ook nog. Dus lekker aan de cashewnoten.
En zo beland (eindelijk) twee maanden later de laatste wandeldag van mijn pelgrimstocht van Februari jongsleden op het blog. Ik heb alle foto’s van mijn moeder en mezelf nog eens weer bekeken. Wonderlijk is dat je dan het gevoel erbij zo weer kan oproepen.
Ik heb eigenlijk best redelijk geslapen die nacht ondanks de schuttersvereniging onder ons raam. Mijn moeder wat minder, ze sliep op een doorgezakt matras. Om 8 uur weer aan het ontbijt. Dat zag er goed uit, op zijn Duits met lekkere broodjes en worst en kaas. Onze laatste dag samen zouden we het Jacobspad niet vervolgen. We wilden Kevelaer eens goed bekijken en dan terug met de bus naar Kranenburg en Kleve, met de trein naar Nijmegen, overstappen naar Lent en dan met de auto naar huis. Dus nog een lange dag voor ons.
We liepen de weg terug Kevelaer weer in en kwamen langs de St. Antoniuskerk. Voor de kerk staat een mooi bronzen beeld van Jacobus, gemaakt door Gert Gerresheim. Echter zijn staf was afgebroken en ook onderaan zijn voeten waren een aantal Jacobsschelpen vernield. Waarom doen mensen dit toch?
De kerk was in gebruik dus we zijn eerst naar het kapelletje gegaan ernaast. Tot onze verbazing was zowel het kapelletje als de kerk heel licht ingericht. Allerlei tinten grijs en lichte muren. Het kwam heel modern op ons over.
(bovenstaande foto’s zijn niet van mij of mijn moeder. Ik heb ze gevonden op de site van de kerk.)
Overal prachtige glas in lood ramen.
We gaan verder. We lopen door een straat met heel veel toeristische winkels. Vooral alles wat te maken heeft met Godsdienst, bedevaart en Kevelaer proberen ze hier te verkopen. We kwamen echter ook langs meerdere conditoreien en chocoladewinkels. Dat aardbeiengebak en die chocopaashazen! Even onthouden voor later.
Als stralen van een ster leiden de straten naar de “Kapellenplatz”, het centrum van de Mariabedevaartplaats. Centraal in de verering staat een 8×11 cm. groot prentje dat zich nog steeds in de “Gnadenkapelle” bevindt.
Als je de kapellenplaats oploopt weet je niet wat je ziet, zoveel kaarsen die buiten aangestoken zijn naast de “Kerzenkapelle”. Gisteravond emotioneerde me dat al. Elke kaars is voor iemand aangestoken. Wat een liefde. 🙂 Mijn moeder en ik staken een kaars voor elkaar aan. We zijn dankbaar dat we het zo fijn hebben samen en dat we deze tocht samen kunnen maken.
De kaarsenkapel heeft zijn naam te danken aan de vele offerkaarsen die tot op de dag van vandaag door bedevaartgangers worden meegebracht en jaarlijks worden vervangen. In de kapel wordt het interieur dan ook aan het oog onttrokken door een zee van kaarsen en bordjes met de herkomst van hun gevers.
Elke avond om 19 uur worden alle offerkaarsen binnen aangestoken en is er een vesperdienst. Wij waren gisteravond op zoek naar een slaapadres dus dat staat nog op ons verlanglijstje voor Augustus als we vanaf Kevelaer ons pad vervolgen.
Aan de kapellenplaats grenzen dan nog de Gnadenkapelle, het Priesterhuis (nu een pastorie met o.a. onderdak voor pelgrims, vroeger een klooster van de Oratorianen, wereldlijke geestelijken) en de Mariabasiliek. Een in 1864 in neogotiek gebouwde kathedraal.
We hebben uren rondgelopen. Tijd voor de aardbeientaart en dan nog een lange weg naar huis. Ik kijk terug op prachtige maar af en toe zware wandeldagen. Een beetje afzien doet een mens echter goed. Ik hoop (bij leven en gezondheid) dat we onze weg in Augustus kunnen vervolgen!
We zijn dus in Zyfflich aangekomen. We hebben tot nu vandaag zo’n 12 kilometer gelopen. Het is flink koud en we kunnen de kerk niet in. Geen stempel in ons pelgrimspaspoort. Veel kerken die we tot nu toe zijn tegengekomen zijn in de 2e wereldoorlog beschadigd en daarna zoveel mogelijk in de oude stijl weer opgebouwd.
Inmiddels begint het ook te regenen dus mijn wandelstok/plu krijgt een andere functie. Een lang stuk naar Wyler (het Duitse woord Weiler, betekent gehucht.) Onbeschermd, tegen de wind in. We zien veel ganzen op het land en in de lucht. Die V-vorm blijft wonderlijk en doet me aan God denken. Vroeger zei men altijd dat die V voor vorst stond. Dus zag je ganzen zat er vorst in de lucht. Mam probeert ze op te jagen en een foto te maken. Het lukt haar moeilijk. Ik schiet in de lach, want het is een grappig gezicht.
We zien aan de rand van de stuwwal de torens van 2 kerken. We beklimmen de stuwwal via een steil glad trappetje. We rusten uiteindelijk wat in het portaal van een prachtig wit kerkje. De St. Johannes de Doper kerk. Ook hier branden kaarsjes bij Maria. Warm hebben we het niet. Maar beter iets als niets.
En dan op naar Kranenburg. Ons wandelboekje kan in de rugzak, want de route is ontzettend goed aangegeven. We komen via een smal graspad langs koeien. Mijn moeder speelt met ze. Ze rennen achter haar aan. Ik ben bang voor koeien. Mijn moeder krijgt de slappe lach van mijn angstige gedoe. We zingen daarna nog een hele tijd samen “een koetje en een kalfje die liepen in de wei”.
Een beetje afleiding was ook wel nodig want er lag een saai stuk voor ons o.a. langs een weg met veel verkeer. We knabbelen wat nootjes en dan zijn we opeens ook in Kranenburg. Eerst naar de bedevaartkerk St. Petrus en Paulus. Die is open. En wat voor kerk. Groot! We kunnen zelf een stempel zetten. Ik ben trots. We kijken een tijdje in de kerk rond en zitten allebei met onze eigen gedachten een tijdje in een kerkbank. Maar dan, het maagje knort. We vinden een conditorei en trakteren onszelf op choco met kuchen. Mam heeft het voornemen om elke dag taart te eten nu we in Duitsland zijn. Ik sluit me volkomen bij haar voornemen aan. Lijkt me geen straf. 🙂
Om 17.30 uur willen we naar de kerk terug en daar dan de Vesper meemaken. We wandelen voor die tijd nog door Kranenburg. Via de oude stadsmuur en molentoren komen we dan weer bij de kerk uit.
Echter de vesper valt ons tegen. Het voelt wat beklemmend aan en heel conservatief. Wat een verschil met gisteren in de Jacobskapel. Er “zitten” ook maar 4 mensen in de kerk. Na de Vesper sluipen we weg, voordat de pastor doorgaat met de eucharistie. Tijdens onze wandeling door Kranenburg hadden we al een pizzeria gespot. Daar vullen we ons buikje voor 6 euro. Inmiddels is het donker. Ik had een plek van vrienden op de fiets uitgezocht genaamd Huize Rivendel. Een woongemeenschap annex B&B. Het ligt tegen het Reichswald aan. Dus zaklantaarns uit de rugzak en lopen maar. Nog een paar kilometer te gaan. We zijn eigenlijk helemaal niet bang. Het is evengoed heel donker, maar de sterren en onze zaklantaarns schijnen ons bij. Tegen de rand van het bos zie ik licht. We blijken vlakbij “de Hovel” te zijn. We dralen wat, weten niet welke kant we op moeten want je loopt natuurlijk van het Jacobspad af. Ik bel aan bij een huis. Er zit een man in de woonkamer met een hond die flink aanslaat. Help! (dit kan je op 2 manieren uitleggen. Help ons! en help! een man met een hond.) In mijn vriendelijkste Duits vraag ik hem de weg. Eerst kijkt hij wat nors maar later ontdooit hij een beetje. Hij wijst ons de weg.
En zo komen we aan bij “Huize Rivendel”. Alfons doet open en zet thee. We worden naar een prachtig ruime woonkamer/keuken gebracht. Inmiddels is Peter onze gastheer van Franse les teruggekomen en zitten we een tijd gezellig te praten met een paar koppen rooibosthee. Ik ben moe en na het douchen val ik al snel in slaap op onze 2 persoonskamer. We hebben vandaag zo’n 23 kilometer gelopen.
Vanmorgen gaan we eerst richting halfweg met 2 auto’s. Ik rij voorop. Bolt gaat ook weer een dag mee.
Onderweg komen we langs landgoed de Havixhorst en ooievaarsstation “de lokkerij”. Daar raak ik wat in de war. We vragen de weg. We blijken in de buurt te zitten. We zien de eerste nesten met ooievaars al in het landschap.
Bij restaurant “de vergulde ros” zetten we mama’s auto neer om met die van mij naar Hees te gaan waar we de vorige keer met de wandeling waren gestopt.
We lopen een stuk door het open veld en dan zo het bos in van boswachterij Ruinen. We wandelen daar gelijk tegen een prachtige kudde schapen op. Ze doen me denken aan het standbeeld in Ruinen van Bram de ram. Al eeuwen lopen hier kuddes rond. Zo symbolisch. Voor ons graasden ze hier al en na ons gaat dat ook gewoon door.
We boffen met het weer vandaag. Jas open, Jas uit, zweten geblazen. Het lijkt wel lente.
Na een spoorwegovergang en langs manege Zoer worden we via een pad van de weg afgeleid over 4 opstapjes. Mijn stijve rug/lichaam had moeite om over de opstapjes heen te komen. Ook wat angstig geef ik toe dat het me in de rug schiet. Mama ging het wat makkelijker af. Bij de laatste “gleed” ze heel soepeltjes onder het prikkeldraad door. Dat leek heel grappig. We schieten in de lach. De (bijna) 42 jarige heeft een lichaam van een stijve hark en de (bijna) 60 jarige is nog zo lenig en soepel als een panter. Toch zijn mijn rugklachten niet zo lachwekkend, maar ik probeer er het beste van te maken. Met wilskracht kom je een heel eind.
We lopen langs de Noorderkanaalweg. Een lange, lange tippel in de warmte. pfff… Bij de ossesluis gaan we lekker op een bankje zitten. In de Wijk komen we gelijk al ooievaars tegen. Ze lopen gewoon in het veld en op het land. Heel dichtbij.
Op de Oosterwijkerweg broeden ze. Grote nesten in de bomen en veel ooievaars zijn met zijn 2-en. De ooievaar is een monogaam dier. Ik dacht altijd dat ze ook een paar voor het leven vormen, maar dat is niet zo. In de dorpsstraat drinken we koffie bij een café. De dame achter de bar wist ons te vertellen dat ooievaars ook veel overlast geven. Vooral de grote plakkaten poep zijn de inwoners wel eens zat. De ontlasting kan de lak van je auto afbijten.
Door de wijk heen lopen we bij een prachtig huis langs. Vroeger woonde hier de machtige en rijke familie de Vos – van Steenwijk.
Uiteindelijk lopen we over het riviertje de Reest. Grensrivier tussen Drenthe en Overijssel en komen zo weer bij onze auto uit.
Thuis lekker nagenieten met pizza. We hebben weer een gezellige en sportieve dag achter de rug.
Een bedevaart of pelgrimage is een (pelgrims)reis naar een bedevaartsoord die een bijzondere betekenis heeft binnen een religie. In alle wereldgodsdiensten is de pelgrimage een belangrijk onderdeel van de geloofspraktijk. Een bekend voorbeeld in het christendom is de pelgrimstocht naar Santiago de Compostela.
Camino.
Staat voor de pelgrimsroute naar Santiago de Compostela.
Credential del Peregrino.
De ‘Credencial del Peregrino’, letterlijk de ‘geloofsbrief van de pelgrim’, is het op naam gestelde persoonlijke document dat bevestigt dat je als pelgrim onderweg bent.
Het paspoort is genummerd, voorzien van je naam, paspoortnummer en de afgifte datum. Het wordt ook wel het ‘pelgrimspaspoort’ of de ‘stempelkaart’ genoemd.
Jacobus de meerdere.
Is een discipel en apostel van Jezus. In de christelijke iconografie is de Jacobsschelp diens attribuut. Deze is bevestigd aan zijn hoed, mantel of knapzak. Ook wordt hij vaak afgebeeld met een staf. het attribuut van de pelgrim.
Jacobspad.
Pelgrimspaden vernoemd naar Jacobus de Meerdere.
Kaap Finisterre.
Is een granietheuvel met een hoogte van 600 meter in de gemeente Fisterra, in Galicië, Spanje.
De naam Finisterre is afgeleid van het Latijnse Finis Terrae, het einde van de wereld, oftewel daar waar de wereld ophoudt. Veel Pelgrims lopen na Santiago nog door naar deze plek.
Nederlands Genootschap van Sint Jacob.
Heeft zich als doel gesteld de belangstelling voor de pelgrimstocht te verdiepen. Je kan lid worden. Ze helpen o.a. fietsers en wandelaars op weg die naar Santiago de Compostela willen.
Pelgrim.
Het woord pelgrimeren komt uit het Latijn. Daar wordt een pelgrim, peregrinus genoemd, een woord dat is samengesteld uit per (door, over, voorbij) en ager (akker). Een pelgrim is dus iemand die door of voorbij de akkers trekt.
Pelgrimeren.
Zie begrip bedevaart.
Refugio.
Is een pelgrimsherberg. Deze overnachtingsmogelijkheden liggen vaak op dagafstand van elkaar en kosten weinig geld op vertoon van de pelgrimspas/credential.
Santiago de Compostela.
Is een stad in het Noordwesten van Spanje. Santiago betekent Sint Jacobus. De stad heeft circa 100 000 inwoners en is het einde van de bedevaartstocht waar deze blog over gaat.
Volgens een legende zou het graf van de apostel Jakobus, zich hier bevinden. Zijn stoffelijk overschot zou, nadat hij in Palestina was onthoofd, in een stenen boot zijn gelegd waarin twee van zijn discipelen meereisden. De boot bereikte vanzelf de Galicische kust, waarna het dode lichaam werd begraven in de berg Libredón. Over het graf verrees een machtige basiliek.
Vrienden op de fiets.
De stichting Vrienden op de fiets is een non profit netwerk van goedkope overnachtingsadressen voor wandelaars en fietsers. Als donateur betaal je 8 euro per jaar en krijg je toegang tot dit netwerk.
Vanmorgen hebben we afgesproken in Lieveren. We lopen vandaag een nieuwe provincie in. Maar waar ligt Lieveren?
Bij Spier raken mijn moeder en ik het spoor bijster en bellen met elkaar. Ik bel nog even met mijn man en de weg naar Lieveren werd duidelijker. Bij het dorpscafé hebben we 1 auto neergezet en aldaar op een bankje meegebrachte koffie met heerlijke koek van de bakker gegeten. Daarna met 1 auto door naar het stadspark waar we de vorige keer waren geëindigd. De wandeling kan beginnen!
Wat een rust en mooie woonplekjes. Ik was er verbaasd over. Watertjes met allerlei soorten vogels.
Mam en ik hebben inmiddels gekozen om elk een grote paraplu mee te nemen i.p.v. een poncho of regenpak. Ik gebruik hem ook tijdens het wandelen als stok/staf. We hebben de plu gelijk nodig vandaag op de (lange) Madijk.
We liepen naar Roderwolde met als blikvanger de windmolen die nog regelmatig in gebruik is voor zowel het malen van graan als voor het “slaan” van olie. Deze tweeledige functie schijnt uniek te zijn in Nederland.
Via een klein wit Jacobskerkje (protestantse gemeente) lopen we de provincie Drenthe in. We merken op dat de omgeving en bouwstijl veranderd. Vooral de oude boerderijen/huizen met de rieten daken spreken ons aan. Heel sfeervol allemaal.
We zijn ook langs meerdere tolhuizen gewandeld. Meerdere foto’s gemaakt bij 1 in Foxwolde. Als je met je paard er langs wilde moest je 5 cent betalen en met de fiets 1 cent. Het is mooi om te zien dat dit soort dingen van vroeger bewaard is gebleven.
Onderweg hopen we dan altijd een koffiestop te kunnen doen, maar vooral op de zondagswandelingen is er niet veel open. De weg van Altena naar Lieveren was lang. Uiteindelijk in Lieveren in het dorpscafé een bakkie gedaan.
We sluiten deze dag af met lekker wokken bij Ni Hao in het Stadspark en dat was heerlijk!
We beginnen vandaag lekker vroeg en doen de wisseltruc met de auto’s. Twee auto’s naar de eindbestemming (wokrestaurant in Groningen) en met de andere door naar het beginpunt (Garmerwolde).
Kerk Garmerwolde
Tot onze verbazing komt er in Garmerwolde een vrouw in ochtendjas haar huis uit gestoven als ik de auto parkeer. Ze vraagt hoelang we van plan zijn onze auto voor haar huis neer te zetten? Ze geniet namelijk zo van het uitzicht!? No problemo, zetten we de auto toch bij de buurman voor het huis neer? Of we dan wel voor 17 uur terug willen zijn, want dan komt hij weer thuis…….
Mijn moeder en ik moeten er het 1e stuk van onze wandeling best wel om lachen.
In verband met blaren en een klemgelopen kleine teen begin ik deze tocht op mijn Birkenstocks en dat loopt prima. Het beloofd een mooie dag te worden en dat scheelt wel want bij een stortbui kreeg ik anders wel natte voetjes. Mijn moeder zeult mijn “Lowa’s” mee voor het geval ik weer blaren krijg van de “Birki’s”. Het is wat om een (verwende) pelgrim te zijn! Haha…
Via de stadsweg komen we door het bevrijdingsbos. Als dank aan de bevrijders van Groningen werd bij de 50e viering van de herwonnen vrijheid dit bos cadeau gedaan. (www.bevrijdingsbos.nl) Onderweg kwamen we de 10 rechten van het kind tegen en allerlei vlaggen & het vrijheidssymbool. Heel indrukwekkend en rustig.
Langs de St. Stefanuskerk komen we Noorddijk binnen. Een lange weg met hoge bomen die veel wind vangen. : )
Prachtige woningen zijn hier gebouwd. Het lijkt ons fijn om hier te wonen.
We lopen via Lewenborg richting Transferium & Kardinge. Bij het Kardingermaar eten we in de zon een broodje. Een stuk verder voor het Noorderplantsoen drinken we een kop koffie. Bolt, mijn hondje ziet steeds duiven op het pleintje en wil er achteraan. Niet echt rustig zitten zo met zo’n piephond naast je. We lopen verder via de plantsoenbrug naar het Gasthuisstraatje waar het Jacob en Anna Gasthuis gevestigd is. (Anna, de moeder van Maria en Jacob, apostel Jacobus) Prachtig pand! Groningen heeft ruim 20 gasthuizen of hofjes. Oorspronkelijk waren de gasthuizen bedoeld voor de verzorging van zieken en bejaarden of een plaats waar vreemdelingen konden overnachten.
Dan weer verder via de Martinikerk en onder de toren (Olle Grieze) drinken we nog wat.
Er wordt erg slecht weer voorspeld, maar ons zit het nog niet zo tegen. We lopen daarna nog een heel stuk door de stad en komen onderweg ook het Pepergasthuis tegen. Oorspronkelijk diende het als gasthuis voor Pelgrims. Er is in 1482 nog een kapelletje bijgebouwd wat nu nog gebruikt wordt voor oecumenische diensten.
Verder door de stad komen we dan in het Stadspark uit bij het wokrestaurant waar onze auto staat. Samen terug naar Garmerwolde voor de andere auto en ja we waren op tijd voordat de buurman thuis kwam. : )
Onze wegen scheiden zich na 3 dagen samen. Volgende maand weer?